Collageen type 1 heeft een stevige, vezelachtige structuur en komt vooral voor in collageen uit vis en rund. Type 2 heeft een meer gelachtige consistentie en wordt meestal gewonnen uit kip. Type 3 heeft een fijnere structuur en is vaak aanwezig in rundercollageen. Elk type verschilt in oorsprong, structuur en toepassingsgebied.

Belangrijker dan de bron van het collageen, is het moleculair gewicht. De bron (vis, rund) kan een persoonlijke voorkeur zijn.

Gehydrolyseerd collageen is collageen dat is bewerkt tot kleinere fragmenten, peptiden genaamd. Hierdoor mengt het makkelijker met vloeistoffen en is het veelzijdig toepasbaar in koude en warme dranken.

Collageenpeptiden zijn korte ketens van aminozuren die ontstaan na hydrolyse van collageen. Ze hebben een lager molecuulgewicht dan intact collageen en lossen gemakkelijk op in vloeistof.

De peptiden in dit product hebben een gemiddeld molecuulgewicht van circa 5000 dalton. Kleinere moleculen zijn praktisch in gebruik, vooral bij het oplossen in bijvoorbeeld water, koffie of smoothies.